In het principeakkoord over pensioenen, in 2020 gesloten tussen het kabinet en de vakbonden, is ook overeenstemming bereikt over het invoeren van een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV).
De verplichte AOV wordt ingevoerd om te garanderen dat iedere ondernemer een financieel vangnet heeft wanneer hij of zij voor een langere periode niet- of niet meer volledig kan werken. Hiermee wordt voorkomen dat ondernemers deze risico’s afschuiven op de samenleving en/of op de publieke middelen.
De Stichting van de Arbeid (StAr) heeft op 3 maart 2020 aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) advies, over het wel- of niet invoeren van een verplichte AOV, uitgebracht. Dit advies is door de minister overgenomen.
Begin april 2023 verstuurde minister Van Gennip (SZW) de kamerbrief “Voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket” naar de Tweede Kamer. In de brief is bekend gemaakt dat IB-ondernemers (waaronder ZZP’ers) en meewerkende echtgeno(o)t(e)n straks de wettelijke verplichting hebben om zich te verzekeren tegen de risico’s van arbeidsongeschiktheid. In de brief maakte de minister ook meer bekend over de verwachte maatregelen binnen de toekomstige wet.
Een IB-ondernemer is een ondernemer die door de Belastingdienst als “ondernemer voor de inkomstenbelasting” wordt gezien. Onder andere ZZP’ers, vennoten binnen een V.O.F., maten binnen een Maatschap en meewerkende echtgenoten vallen hieronder. Vooralsnog zullen directeur-grootaandeelhouders en resultaatgenieters (mensen met inkomsten door “resultaat uit overige werkzaamheden”) niet onder de regeling gaan vallen.
Hoe zo’n verplichte AOV er uit gaat zien is nog niet helemaal bekend. De verwachting is dat de verplichte AOV pas in 2027 (maar in ieder geval na januari 2025) zal worden ingevoerd. De gemaakte afspraken betekenen voor u als ondernemer wel dat, afhankelijk van het soort onderneming dat u voert, het hebben van een arbeidsongeschiktheidsverzekering in de (nabije) toekomst verplicht zal worden gesteld.
De plannen voor een verplichte AOV zien er als volgt uit:
AOVZonderAdvies verwacht dat de voorwaarde voor ontheffing van de verplichte AOV zal zijn, dat uw lopende AOV ten minste gelijke (of betere) voorwaarden heeft ten opzichte van de voorwaarden waaraan de verplichte AOV ten minste dient te voldoen. Te denken valt hierbij onder andere aan de verzekerde jaarrente en de eigen risicotermijn (wachttijd).
Ook wanneer u een laag inkomen hebt, dan wordt deelname aan de regeling voor u verplicht. Voor de hoogte van de maximale uitkering wordt bij arbeidsongeschiktheid gekeken naar uw gemiddelde inkomen over de afgelopen drie kalenderjaren. De uitkering bij arbeidsongeschiktheid bedraagt maximaal 70 procent van uw laatstverdiende inkomen, tot maximaal 100 procent van het brutominimumloon.
Omdat de verplichte AOV naar verwachting pas in 2027 (of later) zal worden ingevoerd, en er tussentijds op het gebied van gezondheid voor eenieder veel kan veranderen, vinden wij van AOVZonderAdvies het een te groot risico om tot 2027 te wachten met het regelen van een AOV.
U hebt straks de keuze de verplichte AOV bij een particuliere verzekeraar af te sluiten, of om de AOV via het UWV te regelen.
Het regelen van een AOV bij een verzekeraar heeft een aantal belangrijke voordelen: